Mini winkelwagentje
Kies alstublieft een taal
English (EN)
Espanol (ES)
Français (FR)
Italiano (IT)
NL
Mini winkelwagentje


Papierbehang (ook wel behang met papieren rug genoemd) is een van de klassieke soorten wandbekleding en is verkrijgbaar in veel verschillende dessins. Het blijft erg populair in Europa en wordt veel gebruikt door professionele schilders en ervaren doe-het-zelvers. Voor een glad resultaat is voldoende ervaring of een duidelijke stap-voor-stap gids essentieel.
In dit artikel leggen we uit hoe je papierbehang herkent en correct aanbrengt. Daarnaast delen we waardevolle tips en trucs over inlijmen, inweken en behang aanbrengen.
Wil je meer weten over behangen in het algemeen, inclusief de noodzakelijke voorbereiding en snijtechnieken, raadpleeg dan onze algemene behanggids. De sleutel is een goed voorbereide muur voordat je begint.
Het juiste type behang herkennen is belangrijk, want papierbehang vereist een andere aanpak dan vliesbehang. Papierbehang kan bedrukt, gestructureerd, geëmbosseerd of voorzien zijn van een vinylcoating. Door moderne productie is de kleur van de achterkant geen betrouwbare indicator meer.
Controleer daarom altijd de behangsymbolen op de verpakking: papierbehang heeft meestal de symbolen "behang inlijmen" en "nat verwijderbaar". Een eenvoudige test: scheur een klein stukje af – papierbehang heeft korte, rafelige vezels, terwijl vliesbehang lange, naaldachtige vezels toont.




In tegenstelling tot vliesbehang, waarbij de lijm op de muur wordt aangebracht, moet papierbehang direct op de achterkant worden ingelijmd. Het papier moet de lijm opnemen om soepel te worden en scheuren te voorkomen. Nat papierbehang zet ongeveer 1 cm uit en krimpt weer bij het drogen, waardoor het mooi strak op de muur komt. Daarom zijn inweektijd en inlijmen cruciale stappen.
De inweektijd hangt af van de dikte van het behang en het type lijm, meestal tussen de 5 en 10 minuten. Volg altijd de instructies op de verpakking van de lijm. Te kort inweken veroorzaakt rimpels en luchtbellen, te lang kan leiden tot te veel uitzetting en slechte hechting.
Gebruik een timer zodat alle banen even lang inweken, vooral belangrijk bij patroonbehang om verschuivingen te voorkomen.


Na het snijden leg je de banen met de achterkant naar boven op een tafel. Breng de lijm gelijkmatig aan van het midden naar de randen met een behangborstel of roller. Zorg dat de hele baan goed is ingelijmd voor stevige naden.
Vouw het ingelijmde behang voorzichtig dubbel met de lijmzijdes tegen elkaar aan (dit heet "boeken") om uitdroging tijdens het inweken te voorkomen. Professionals vouwen in een verhouding van 2/3 en 1/3 en zorgen dat de randen netjes op elkaar liggen.


Begin bij het raam of de lichtbron en werk ervan af. Bij behang met symmetrisch patroon start je in het midden van de muur of het verst van het licht.
Gebruik een loodlijn of waterpas om een verticale hulplijn te trekken. Breng het behang van boven naar beneden aan en strijk het glad met een behangborstel van het midden naar de randen om luchtbellen te verwijderen.
De volgende banen worden stotend (naad tegen naad) geplakt, zonder overlap.




Druk de naden aan met een nadenroller zodat ze onzichtbaar worden. Snijd overtollig behang bij het plafond en de plint af met een scherp mes en een liniaal.
Houd ramen gesloten en vermijd tocht of overmatige warmte tijdens het drogen. De ideale temperatuur is 18 tot 20 °C om te voorkomen dat de naden te snel drogen en loslaten.